Bedenk 7 vragen die je aan je klasgenoot kan stellen.
Schrijf de vragen op een blaadje. Laat tussen de vragen 2
regels open.
Ben je klaar met de vragen? Dan ruil je je blaadje met je
klasgenoot. Je klasgenoot beantwoordt de vragen. Daarna kijk je de antwoorden
na! Bespreek eventueel de verschillen. Blaadjes daarna inleveren bij de
meester.